18 februari 2020
In Het Laatste Nieuws van 13 februari stelt Jan Segers vast hoe oud de Amerikaanse kandidaten voor het presidentschap zijn en in een opiniestuk concludeert hij dat anno 2020 geen enkel land zijn toekomst kan “uitbesteden aan tachtigplussers. Wellicht ook niet aan zeventigplussers of zelfs zestigplussers. Wat zij
inbrengen aan verleden, weegt in een wereld die elke tien jaar compleet verandert niet op tegen hun gebrek aan kennis van, inzicht in en voeling met de samenleving van morgen. Geen benul hebben Bernie, Joe of Donald van hoe wetenschap, technologie, artificiële intelligentie, demografie en klimaat onze manier van leven en denken zullen omgooien, nog tijdens hun ambtstermijn. Gerontocratie bedreigt de wereld.”
Eerder op de week had Herman Van Rompuy op televisie met grote stelligheid beweerd dat zijn politieke ervaring irrelevant was om de huidige crisis in België te helpen oplossen omdat zijn ervaring “verouderd” was.
Eerder hadden sommigen al geponeerd dat de uitslag van het Brexit-referendum fout was omdat oudere mensen (overwegend exiteers) hadden mogen stemmen terwijl jonge mensen (meestal remainers) niet hadden mogen stemmen.
Kennis van het verleden wordt in het algemeen meer en meer als een nadeel aanzien eerder dan als een sterk punt. Kennis van de geschiedenis zou ons zicht op het heden en de toekomst belemmeren. Deze aanname wordt kort en krachtig tot uitdrukking gebracht met de zegswijze “OK boomer”. De oudere mag zijn opinie geven maar die wordt dan met een korte kwinkslag verticaal geklasseerd. De “OK boomer” reflex is een alibi voor de pubers van veertig, dertig en twintig jaar om intellectueel lui te zijn en zich niet te verdiepen in het verleden. Ze maken zich wijs dat het heden fundamenteel verschilt van het verleden en verwerven daarmee het recht om stoemelings de fouten uit het verleden te herhalen.