69. Dutch – “Reset” – Mark Elchardus – samenvatting
23 oktober 2021
Het recent gepubliceerde boek “RESET” van professor emeritus Mark Elchardus is een krachttoer door de geslaagde mengeling van politiek-filosofische concepten met een grote hoeveelheid feitelijke gegevens in een uitgebreide (550 blzn), toegankelijke en vlot geschreven tekst. Het is bovendien een moedig boek omdat het academisch luik wordt aangevuld met een polemisch luik en daarbij consequent doordenkt ook wanneer dit leidt tot conclusies die afwijken van de “academische” standaard.
Elchardus slaagt erin om een strak coherent verhaal te vertellen waarin hij beleidsmaatregelen verdedigt die velen de wenkbrauwen zullen doen fronsen (zie later). Maar hij baseert deze maatregelen op een duidelijke filosofie, “gemeenschapsdenken” genaamd, die hij diametraal tegenover het courante liberale discours plaatst. Het gemeenschapsdenken situeert de vrijheid van het individu binnen de gemeenschap: vrijheid ontstaat maar binnen een gemeenschap en dankzij de inspanningen van de gemeenschap. Voor liberale denkers bestaan vrije individuen vooraleer er van een gemeenschap sprake was. Liberale denkers geloven dat vrije en rationele individuen samen beslissen om een gemeenschap te vormen.
Elchardus brengt deze tegenstelling zelf terug naar een tegenstelling tussen wat hij omschrijft als de “partiële Verlichting” en de “radicale Verlichting” en die opdook ter gelegenheid van de Franse Revolutie. De partiële Verlichting heeft God vervangen door de Natuur en blijft op deze manier vasthouden aan universele rechten die prioriteit moeten krijgen op de Volkssoevereiniteit. De “radicale Verlichting” daarentegen gelooft dat de regels in de samenleving geen reflectie zijn van eeuwige natuurrechten maar wel het resultaat van keuzes en beslissingen die door mensen worden gemaakt. Deze regels zijn dan ook gebaseerd op de Volkssoevereiniteit en niet op het bestaan van vermeende natuurrechten.
Gegeven de afwezigheid van universele natuurrechten ontstaat er ruimte voor het erkennen van diverse beschavingen, de een naast de andere. Voor gemeenschapsdenkers zijn culturele verschillen echt en relevant, geen vervelende hinderpalen om te komen tot een universele beschaving. De radicale Verlichting vormt de basis voor het gemeenschapsdenken terwijl de partiële Verlichting de basis vormt voor het liberale discours waarin rechters en universele mensenrechten het laatste woord hebben.
In deze context wijst Elchardus ook op het belang van de “Westfaalse Orde” waarbij aan de nationale soevereiniteit meer belang wordt gehecht dan aan mensenrechten. Volgens Elchardus heeft het ingrijpen door het Westen ter verdediging van de mensenrechten steeds geleid tot veel meer kwaad dan goed. Een respect voor de nationale soevereiniteit lijkt hem te verkiezen boven goedgemeende maar gewelddadige interventies.
De kracht van Elchardus’ werk ligt in de samenhang tussen de ideeën: het individu is vrij dankzij zij de gemeenschap; rechten en plichten vloeien voort uit de gemeenschap; het volk is dan ook soeverein en staat boven vermeende natuurrechten en rechters; het principe van volkssoevereiniteit heeft voorrang op de “juristocratie”; de gemeenschap moet zich niet geremd voelen om de grenzen van de gemeenschap duidelijk vast te leggen en te verdedigen.
Verschillende commentatoren zullen ongetwijfeld aanstoot nemen aan een aantal voorgestelde beleidsmaatregelen en zich bekommerd afvragen of dit nog wel socialistisch is of panikeren omdat het teveel op een NVA- standpunt lijkt. Hiermee geven ze blijk dat ze de sterkte van het betoog volledig gemist hebben, namelijk de strakke samenhang tussen de diverse principes. Wie akkoord gaat dat noch God noch de Natuur de basis kunnen vormen van allerlei rechten en/of plichten moet wel akkoord gaan dat Volkssoevereiniteit vooropstaat en dat de juristocratie ongedaan moet worden gemaakt. Daaruit volgen vrij logisch een reeks beleidsmaatregelen om de eigen gemeenschap af te bakenen en te structureren zodat de volkssoevereiniteit tot ontplooiing kan komen. We vermelden er een aantal : (1) Een “volksberoep” moet mogelijk zijn waarbij het parlement met een bijzondere meerderheid beslist om een bepaalde juridische uitspraak niet te volgen; (2) De gemeenschap moet culturele overwegingen kunnen hanteren om te bepalen wie mag immigreren en wie niet; (3) De overheid moet op een meer frequente basis gebruik maken van wetenschappelijke peilingen om te leren wat er leeft onder het volk (en dit in plaats van referenda); (4) Elke beschaving moet een eigen codex met mensenrechten opstellen.